Profylaxe Pneumocystis jirovecii

Naast de typische risicogroepen (HIV+ met CD4 <200 cellen/mm³, orgaan -of allogene stamceltransplantatie) lopen ook andere immuungecompromitteerde patiënten een verhoogd risico op het krijgen van Pneumocystis jirovecii pneumonie (PJP).

¹Uitgezonderd patiënten die behandeld worden voor een arteriitis temporalis

*Grenswaarden van prednison-equivalente doseringen voor aanvullende preventieve maatregelen:

Uitsluiten Strongyloides infectie. Patiënten die in aanmerking komen voor PJP profylaxe (m.u.v. HIV patiënten) hebben bij een asymptomatische Strongyloïdes stercoralis infectie een hoog risico op het ontwikkelen van een mogelijk fatale hyper-Strongyloïdes infectie.  Daarom moeten patiënten die PJP profylaxe gaan krijgen en gewoond hebben in endemische gebieden (Midden – en Zuid Amerika, sub-Sahara Afrika, zuidoost Azië (incl. India en Pakistan) gescreend worden op een Strongyloïdesinfectie middels serologie

Keuze PJP profylaxe:

Eerste keus: Cotrimoxazol 480 mg 1 dd. Dit is het meest effectieve en goedkoopste middel.

Alternatieven:

- Dapson 100 mg 1 dd (niet bij cotrimoxazol allergie). G6PD deficiëntie uitsluiten bij mensen afkomstig uit tropische en subtropische gebieden van het oostelijk halfrond (bv Europa, Azië, Afrika) ivm verhoogde kans op hemolyse.

- Atovaquone drank 1500mg (10ml) 1 dd tijdens/na maaltijd (vetrijk bv. glas volle melk).

- Pentamidine verneveling: 300mg 1 dd om de 4 weken in speciale vernevelkamer.

Let op bij gebruik alternatieve PJP profylaxe (als Cotrimoxazol niet mogelijk is):

Dapson en pentamidine verneveling bieden geen profylactische bescherming tegen reactivatie van een latente toxoplasmose. Atovaquone drank  biedt slechts in beperkte mate bescherming en wordt alleen goed geresorbeerd bij inname met een vette maaltijd.